zaterdag 29 juni 2013

De dwaasheid van menselijke bepalingen

Dit is het opschrift dat boven Kolossenzen 2:16-23 staat. En direct daarna staat:

Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten.

Voor de gemiddelde christelijke lezer is het nu duidelijk. Zie je wel, we hoeven niets met die rare feesten, nieuwe maan, sabbat en voedselwetten. Paulus leert het ons hier zelf. 


Menselijke instellingen

Maar dat is niet waar Paulus op doelt. Hij zegt namelijk zelf in vers 22:

ze zijn ingevoerd volgens de geboden en leringen van de mensen.

Hiermee kan hij onmogelijk doelen op de instelling van de Sabbat, de Feesten, de voedselwetten en nieuwe maan. Deze zaken zijn immers ingesteld door de Schepper zelf, en daar is niets menselijks aan. Let ook op het woord "inzake" in vers 16. Paulus doelt hiermee op de invulling daarvan. Laat niemand je dus oordelen op welke wijze jij de Sabbat, nieuwe maan, de Feesten etc. invult. Hij gaat er vanuit dat ze onderhouden worden, Paulus hield zich namelijk zelf aan de Sabbat, Feesten en voedselwetten. 

Schaduw van de Messias

Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam is van de Messias.

En dit is precies wat de Feesten van God zijn. Zij zijn een schaduw van de werkelijkheid. In de Feesten zien we namelijk Gods reddingsplan voor de mensheid van Schepping tot Nieuwe Hemel en Nieuwe Aarde. In de Feesten zit Gods plan verwerkt en door het ontdekken van deze Feesten krijgen we een beter zicht op de werkelijkheid, een beter zicht op de Messias. 

De schaduw in de Feesten

Wat zit er dan in de Feesten opgesloten? Welk plan is dit? Ik zal beknopt een weergave geven wat de Feesten voorstellen. Wellicht dat ik daar in een toekomstige blog dieper op in ga.

Sabbat

De Sabbat is onlosmakelijk verbonden aan de Schepping. De Sabbat is de 7e dag. Het is de dag die God gezegend heeft en apart gezet heeft om uit te rusten.

Pesach

Pesach is het Feest van de verlossing. Van de uittocht uit Egypte, de redding door het Pesachlam. Zo is de Messias Jesjoea ons Pesachlam die ons redt uit ons zondige bestaan, uit ons geestelijk Egypte.

Ongezuurde broden

Direct op Pesach volgt ongezuurde broden, de week van de Matzes. Het brood van de smarten om je te herinneren dat je met haast bent uitgetrokken uit Egypte en op weg bent naar het beloofde land. Het is brood zonder gist. Uit de woorden van Jesjoea weten we dat Hij de link legde tussen gist en zonde. Het ongezuurd zijn, dat is de status waarin we zouden moeten wandelen. De zonde uit ons leven weg doen.

Pinksteren - Sjavoe'ot

50 dagen na de uittocht ontvangt Gods volk de Tien Woorden, Gods Thora. Het is deze Thora die op de 'eerste' pinksterdag in Handelen op ons hart wordt geschreven door de heilige Geest. Geen nieuwe Wet, maar Gods Wet wordt in ons hart geschreven en de Geest zal ons leiden om deze Wet in de praktijk te brengen.

Bazuinendag - dag van de Sjofar

Op deze dag wordt de sjofar geblazen. De sjofar kondigt iets aan. Het is deze dag bij uitstek dat de Messias Jesjoea zal terugkeren. In Openbaring lezen we dat de Engelen op de sjofar zullen blazen als Hij komt. 

Grote Verzoendag

In Leviticus lezen we over deze dag dat er verzoening wordt gedaan voor het gehele volk door een bokje te nemen en deze te slachten. Het is de meest Heilige dag van het jaar. Een dag van vasten, het geheel onthouden van eten en drinken. Het is deze dag dat Jesjoea de aloude Slang, de tegenstander, zal laten opsluiten in de afgrond en daar bijna 1000 jaar lang gevangen zal houden.

Loofhuttenfeest

Het Loofhuttenfeest is de voorafschaduwing van het 1000 jarige vrederijk. Tijdens dit rijk zal de Messias Jesjoea zelf Koning zijn over heel de wereld en regeren vanuit Jeruzalem. Heel de wereld zal naar Jeruzalem komen om zich voor Hem neer te buigen en dit Feest mee vieren. Aan het eind van dit 1000 jarige rijk zal de tegenstander voor een korte tijd worden losgelaten, waarna er nog 1 oorlog komt. En als de tegenstander dan voorgoed verlagen is, is het tijd voor het volgende Feest.

De 8e dag

Aan het eind van het Loofhuttenfeest vinden we nog een slotdag. De 8e dag. De dag waarop de Nieuwe Hemel en Nieuwe Aarde werkelijkheid zal worden en waarin God zelf bij ons zal zijn. 

Menselijke instellingen?

Pas dus op wanneer je stelt dat Gods zaken menselijke instellingen zijn. Gods Feesten zitten vol met schaduwen. De kerkelijke feesten helaas niet, dit zijn de werkelijke menselijke instellingen. God heeft namelijk het 'christelijk' pasen en kerst niet ingesteld. Dit hebben mensen gedaan. Dit zijn de zaken waarvan Paulus terecht zegt in vers 23:

Deze dingen hebben wel een schijnreden van wijsheid, door eigenwillige godsdienst en nederigheid, en verachting van het lichaam, maar ze zijn zonder enige waarde en dienen tot verzadiging van het vlees.

©SlaapKerkjeSlaap

vrijdag 28 juni 2013

Het kleed van Petrus

Slacht en eet

God heeft aan Petrus laten zien dat we voortaan ook de onreine dieren kunnen eten. Dit is wat ik christenen hoor roepen als het gaat om onreine dieren. Maar is dat inderdaad wat God aan Petrus leerde? Is het inderdaad zo dat de onreine dieren nu ook rein zijn. Laten we deze teksten eens goed bekijken.

Petrus naar de heidenen

In Caesarea woont een centurio, een heiden, Cornelius genaamd. Hij vereerde God en was een vroom man. In een visioen krijgt hij de opdracht om een paar van zijn mannen naar Joppe te sturen om daar Petrus te halen. De volgende dag is Petrus op het dak om te bidden. Hij kreeg honger en in een visioen ziet hij een groot linnen kleed. En op dat kleed stonden alle lopende en kruipende dieren van de aarde en alle vogels van hemel. Er staan zowel onreine als reine dieren op. En Petrus hoort een stem zeggen "Slacht en eet". Petrus antwoord: "Beslist niet Heere, want ik heb nooit iets gegeten dat onheilig of onrein is." En de stem zei: "Wat God gereinigd heeft, mag u niet voor onheilig houden."

Onheilig - onrein

En dit is precies waar de christenen de mist in gaan. Ze lezen niet goed en kennen de context onvoldoende. Op het kleed stonden allerlei dieren. Petrus had met gemak een kalf, geit of een duif kunnen pakken, slachten en eten. Maar waarom deed hij dat niet?
Let op het onderscheid dat Petrus maakt. Hij gebruikt onheilig en onrein. Dat Petrus nog nooit iets gegeten heeft dat onrein is, is niet zo moeilijk voor te stellen. Maar wat is onheilig? En waarom zegt God "wat ik gereinigd hebt, mag u niet voor onheilig houden"? Heeft God de onreine dieren rein verklaard? Nee! Dus daar kan het niet mee te maken hebben. Het moet dus iets te maken hebben met de reine dieren.

De Joden maken scheiding. Scheiding tussen rein en onrein, scheiden tussen melk en vlees, tussen Jood en niet-jood, tussen verschillende stoffen etc. Petrus was hier in opgegroeid en God moest Petrus vrij maken van het idee dat de niet-joden onheilig waren. Een Jood wordt niet onheilig als hij bij een heiden binnen komt. De reine dieren worden niet onheilig als ze in aanraking komen met onreine dieren. Dat is de betekenis van het visioen en dit ook de uitleg die Petrus er zelf aan geeft.

Petrus uitleg van de betekenis


Hand. 10:28

En hij zei tegen hen: U weet dat het een Joodse man niet toegestaan is om met iemand van een ander volk om te gaan of bij hem binnen te gaan; maar God heeft mij laten zien dat ik geen mens onheilig of onrein mag noemen.

Petrus laat ons zien dat de bedoeling van het visioen is dat God hem heeft laten zien dat hij de heidenen niet als onheilig of onrein mag beschouwen. Deze scheidsmuur is door Messias weggevallen en zij zijn aangenomen door God. De redding is er voor alle volken. Het visioen leert ons in ieder geval niet dat onreine dieren nu gegeten mogen worden.

Laten we als christenen onze onreine gewoonten afleggen. Onreine dieren zijn niet om te eten. De eerste gemeente begreep dit heel goed en nergens in het Nieuwe Testament lezen we dan ook dat onreine dieren nu rein zijn. Er zijn teksten die dit lijken te suggereren, maar bij nadere bestudering is dit allerminst het geval. 

©SlaapKerkjeSlaap

maandag 24 juni 2013

In het begin

Wat moeten we met de Joden?

In het begin is alles moeilijk. Dit was voor de eerste gemeente niet anders. Opeens staan ze er alleen voor. Ze moeten op eigen benen staan. De Heer die ze elke dag bij zich hadden is er niet meer. De apostelen hebben de opdracht gekregen om de wereld in te gaan en om het Goede Nieuws te verkondigen aan alle volkeren, te beginnen bij de verloren schapen van het Huis Israël. Vanaf het begin is er al veel weerstand tegen deze sekte, want zo werden ze in het begin gezien. Toch zetten ze door en ondanks de vervolging groeit de omvang van de eerste gelovigen. 


Sha'ul - Paulus

De eerste gemeente krijgt hulp vanuit een onverwachte hoek. Paulus, zijn werkelijke naam is (en bleef) Sha'ul, die zich inzette om de eerste gemeente te vervolgen heeft onderweg een ontmoeting gehad met de Heer. Sha'ul raakte zo diep onder de indruk van deze ontmoeting dat hij zich bekeerde van zijn levenswijze en zich inzette voor het Evangelie. Hij zou later bekend komen te staan als één van de bekendste apostelen. Hij was zeer goed onderwezen in het Judaïsme. Hij was een Farizeeër en naar de joodse wet onberispelijk. Deze Sha'ul heeft later in de kerkgeschiedenis voor behoorlijk wat hoofdpijn gezorgd voor de vroege kerkvaders die hem helaas te vaak verkeerd hebben begrepen. 

Wat moeten we met de heidenen?

De eerste jaren van de gemeente bestond deze uit uitsluitend joodse mensen. In Handelingen 10 lezen we over de bekering van Cornelius, de eerste gelovige uit de volkeren, die de Heilige Geest ontving. Vanaf deze periode is er een toename gekomen van niet-joden in de gemeente. In Handelingen 15 zien we het eerste concilie, gemeentevergadering, omtrent de heidenen. 

De centrale vraag is: "Wat moeten we met de heidenen"?

Kunnen we van de heidenen verwachten dat ze direct gaan leven zoals wij joden dat doen? Onder andere Paulus, Petrus, Johannes en Jacobus waren hierbij aanwezig. Uiteindelijk wordt besloten dat de heidenen die zich aansluiten zich in ieder geval dienen te onthouden van:
  1. offervlees dat bij de afgodendienst is gebruikt
  2. bloed
  3. vlees waar nog bloed in zit
  4. ontucht
Is dit alles? Is dit werkelijk alles waar de niet-jood zich van dient te onthouden? Hoe zit het dan met niet liegen, niet moorden, niet stelen etc.. 

Uiteraard is dit niet alles. Dit is het begin. Je kan niet direct van iemand verwachten die de God van Israël in zijn totaliteit niet kent dat deze zich in één keer aan alles kan houden. Daarom staat er ook in Handelingen 15 vermeld:

Handelingen 15:21
"In haast elke stad wordt de Thora van Mozes immers al sinds mensenheugenis verkondigd en op iedere sabbat in de synagogen voorgelezen."

Met andere woorden: de rest leren ze op sabbat, want daar wordt namelijk voorgelezen uit de Thora en zullen ze vanzelf leren wat God van mensen verwacht. 

De Thora kwijt

En dit is precies waar het de christenen vandaag de dag aan schort. Men is de Thora kwijt. De spiegel die ons leert hoe we eruit zien hebben we de kerk uitgedaan en we zijn zelf onze regels gaan maken. We leren afval, preken valse genade en laden schuld op schuld ons onszelf. We leren onze leden dat ze niets meer met de wet van Mozes hoeven te doen. We leren dat de wet immers aan het kruis is genageld, het is een vloek waar we van verlost zijn en waar we niet onder moeten komen. Als er toch gelovigen zijn die de wet van Mozes ontdekken dan noemen we die wettisch en willen ze het liefst weren uit onze samenkomsten. De gemeenten doen veel wat God verboden heeft. We vieren heidense feesten (kerst, pasen) en hebben Gods Feesten de kerk uit gegooid. We eten ons vol aan varkensvlees en andere onreine dieren en schotelen dit onze gemeenteleden voor. We leren hen dat de wet heeft afgedaan.

Jezus' eigen woorden

Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. 

Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. 

Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan. Want ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan.

Schaamte

Het zijn Jezus' eigen woorden die ons aanklagen. Het zijn Jezus' eigen woorden die de leiders van de gemeenten en kerken aanklagen. Gelukkig, gelukkig maar zijn het Zijn woorden en niet de mijne. Maar laten we ons diep schamen dat ze zo slordig zijn omgegaan met Zijn Woorden.
Laten we ons ook diep schamen voor de manier waarop we als kerk zijn omgegaan met Zijn volk. Waar de centrale vraag in het eerste concilie nog ging omtrent de heidenen, is dit in het tweede concilie omgedraaid. Wat moeten we met de Joden? Wat moeten we met die rare gebruiken, die rare feesten? Weg ermee, uit de kerk ermee. En toen is de ellende begonnen.

©SlaapKerkjeSlaap